Natuurwijn, vin vivant, vins extraterrestres?
Wij zijn nogal gek op wijn die van druiven gemaakt is, en verder niks. Ja hèhè, denk je misschien. Maar wijn van druiven en verder niks, dat is minder vanzelfsprekend dan je misschien denkt. Slechts een heel klein deel van alle wijn die in de wereld gemaakt wordt, voldoet aan dat criterium. Bij de overgrote meerderheid van al die wijnen voegt de wijnmaker behalve druiven nog wat kunstmatige extraatjes toe. Laboratoriumgist, enzymen, suiker, of juist zuur, kleurstof, tanninepoeder, ei, gelatine, zaagsel, kan allemaal. En ook stoffen als ascorbinezuur, carboxymethylcellulose en polyvinylpyrrolidon zijn doodnormaal.
Dat willen wij dus liever niet in onze wijn. De wijn die wij het liefst drinken, is bekend onder allerlei namen. Vin nature, natuurwijn, naked wine, vin vivant. Betekent allemaal ongeveer hetzelfde, al is er natuurlijk volop discussie over welke wijn er wel of niet bij mag horen.
Wat ons betreft zijn dit de regels:
- biologische of biodynamische geteelde druiven van kleinschalige boeren
- met de hand geplukt
- gisting met de gisten die van nature op de druif aanwezig zijn
- geen toevoegingen bij het wijnmaken (een klein beetje sulfiet bij het bottelen is ok als het nodig is)
- geen zware ingrepen als overpompen en filtreren
Dan kun je nog steeds discussiëren over welke wijnen er wel of niet bij horen. Maar industriële supermarktwijn in ieder geval niet. Zelfs niet als je “natural wine” op het etiket schrijft, Ilja Gort!
Om zo wijn te maken, moet je heel zorgvuldig werken. De druiven moeten supergezond zijn, de wijnmakerij heel schoon. Zonder toevoegingen kun je niks verbloemen. Daarom worden druiven met de hand geoogst – de plukmachines die op grote wijngaarden gebruikt worden, raggen alles van de wijnranken: de mooie druiven maar ook de onrijpe, de schimmelige of de aangevreten druiven. Als je met machines plukt moet je daarom wel sulfiet toevoegen.
Let op: niet al onze wijnen zijn zonder sulfiet. Sterker nog: ze bevatten bijna allemaal een beetje. Dat komt doordat van nature een klein beetje sulfiet wordt gevormd tijdens het gistingsproces, en omdat sommige boeren een klein beetje sulfiet toevoegen bij het bottelen, om de wijn te beschermen tegen oxidatie of andere ongewenste processen. Ze doen het liever helemaal niet, maar als ze vinden dat hun wijn het nodig heeft, voegen ze soms een paar milligram sulfiet toe.
Wijnen die als natuurwijn gemaakt worden, zitten vol energie en (sorry als dit wat zweverig klinkt) levenskracht. Wijn waar je direct nog een slok van wilt nemen, wijn die makkelijk drinkbaar en verteerbaar is. En – volgens sommigen – wijn die minder hoofdpijn geeft de volgende dag.
Vin nature is geen wijnstijl en geen bepaalde smaak, het is een filosofie. Natuurwijnen kunnen heel ‘funky’ smaken, je kunt er soms smaken in ontdekken die je nog nooit geproefd hebt in een wijn. Maar er zijn ook natuurwijnen die super klassiek smaken. ‘Ik lust geen natuurwijn’ is daarom onzin. Niet iedereen is op zoek naar funkyness. Maar voor iedereen die wijn lekker vindt, zijn geschikte natuurwijnen te vinden. En soms zijn die zo ongelooflijk goed dat we ze Vins Extraterrestres noemen. Buitenaards lekkere wijn.
Proeven? Hier moet je zijn.